Thomas de Graef 70 jaar lid
Thomas (Tom) de Graef (70 jaar lid): "Nooit behoefte gehad aan een andere club dan VUC"
Tom de Graef komt uit de tijd dat het nog normaal was dat een voetballer zijn hele leven bij dezelfde club bleef. Bij VUC speelde hij niet alleen zeventien jaar in het eerste elftal, maar was hij ook tien jaar bestuurslid. De Graef krijgt vanwege zijn 70-jarige lidmaatschap vrijdag bij de algemene ledenvergadering van VUC de glazen pinguïn overhandigd. Hij is al lid van verdienste.
Hij zegt nooit de behoefte te hebben gehad naar een andere club over te stappen. Holland Sport bood hem weleens een jeugdcontractje aan, maar dat was voor Tom de Graef geen reden om VUC te verlaten. ‘Welnee, ik had bijna geld moeten toeleggen om daar te kunnen spelen.’
De Graef, wiens vader Charles ook een paar jaar in het eerste elftal speelde, voelde zich altijd thuis bij VUC. En nog steeds. Tot voor kort hielp hij als tachtiger nog elke maandagochtend mee met het opruimen van het complex aan Het Kleine Loo. Nu drinkt hij wekelijks koffie met de vrijwilligers. ‘Iedereen die zich normaal gedraagt, wordt goed opgenomen bij VUC’, zegt De Graef.
Hij kent de bijna 115-jarige vereniging als geen ander. De Graef voetbalde er niet alleen tot zijn 64e, maar speelde ook op hoog niveau honkbal bij VUC en fungeerde lange tijd als penningmeester. Als voetballer was hij liefst zeventien jaar lang een technisch begaafde middenvelder in het eerste elftal, waarvan tien jaar als aanvoerder, onder meer tijdens de promotie in 1975 naar het hoogste niveau, de hoofdklasse. Daarin deed De Graef nog één seizoen mee, met illustere medespelers als Dick van der Meer, Bobby Rijpstra, Wim Alkemade en Kees Mol en John van der Lubbe als trainer. VUC trok toen veel publiek. Zo werd de derby tegen RVC door 5000 toeschouwers bezocht.
De Graef was inmiddels ruim over de dertig en koos er zelf voor een stap terug te doen. Samen met zijn vriend Frank Bok nam hij vervolgens het tweede elftal met veel talenten op sleeptouw. Onder anderen Karel Bouwens, later prof bij FC Den Haag en Feyenoord, speelde destijds in VUC 2. Onder aanvoering van veteraan De Graef werd het reserveteam een keer kampioen van West 2 en moest het in een toernooi bij de KNVB in Zeist om de landstitel spelen.
Naast de successen in de competitie beleefde De Graef meerdere mooie momenten op het veld. Hij was erbij toen VUC in oktober 1967 door Ajax werd uitgenodigd om op zaterdagochtend in Amsterdam een wedstrijd te komen spelen. Trainer Rinus Michels wilde voorafgaand aan de Europa Cup-wedstrijd tegen Real Madrid in het geheim op tactisch gebied iets uitproberen. Bij Ajax deden alle toppers mee, onder wie Cruijff, Keizer en Swart. Het werd in een leeg stadion De Meer ‘slechts’ 5-0. De Graef herinnert zich ook twee wedstrijden tegen eredivisieclub Sparta op het vorige complex aan de Schenkkade. ‘VUC beschikte daar over een fantastische lichtinstallatie en wilde veel clubs graag tegen ons oefenen. Ik vond het heel bijzonder om bij kunstlicht te voetballen.’
De Graef komt tegenwoordig niet meer bij VUC als de huidige hoofdmacht speelt. Hij heeft altijd zelf liever gevoetbald dan er naar gekeken. Ook thuis kijkt hij op televisie niet veel voetbal. Hij volgt wel de uitslagen van zijn club en het doet hem goed dat VUC na de degradatie van vorig seizoen nu koploper is in de tweede klasse. ‘Dat is belangrijk voor de uitstraling van een club’, weet hij.
Jubilaris De Graef (82) heeft tot zijn spijt veel clubs tegen wie hij vroeger speelde, zien verdwijnen. ‘Bij VUC weten we op onze manier het hoofd boven water te houden. Ik zou me echt niet kunnen voorstellen dat VUC niet meer bestaan.’